top of page
Gedragscode

Gedragscode Oud-Katholiek Jeugdwerk

Opgesteld op: 02-02-2015

 

A. OK Jeugdwerk Identiteit

De kampleiding dient de regels van het OK-Jeugdwerk te respecteren.

Wij werken vanuit een aantal basisregels en principes:

  1. Bij het OK-Jeugdwerk staat naast ontspanning en plezier, zorgen voor elkaar en voor de ander centraal.

  2. Bij het OK-Jeugdwerk kijken we niet naar taal, geaardheid, huidskleur, geloof en afkomst. Iedereen telt mee.

  3. Bij het OK-Jeugdwerk gaat het om de kinderen en jongeren, zodat iedereen dezelfde kans krijgt om dingen te leren, zichzelf uit te dagen en zo zichzelf te ontwikkelen.

  4. Bij het OK-Jeugdwerk gaan aandacht voor zingeving, creativiteit en zorg voor de wereld hand in hand.

  5. Bij het OK-Jeugdwerk stimuleren we de kinderen en jongeren verantwoordelijkheid (voor zichzelf en voor elkaar) te ontdekken en toe te passen.

  6. Bij het OK-Jeugdwerk zien we elkaar als mensen.

  7. Bij het OK-Jeugdwerk gaan wij zorgvuldig om met de ORKA en zijn wij dankbaar dat zij de kampen mogelijk maken voor iedereen ongeacht sociaal economische status. Daarnaast houden wij nauw contact met de bisschop die de kampleiding begeleiding en ondersteuning biedt.

 

B. Omgang binnen de kampleiding

  1. Accepteer elkaars unieke mogelijkheden.

  2. Geef elkaar alle steun bij de vorming van een team.

  3. Iedere kampleider heeft sterke en zwakke punten, wij proberen dit om te zetten in een kracht.

  4. Geef gezag aan de kern of op kamp aan de algemene leiding bij het doorhakken van knopen.

  5. Geef een positieve bijdrage aan de dagelijkse voor- en nabespreking.

  6. Neem verantwoordelijkheid voor je toegewezen taken en kom daarbij de gemaakte afspraken na.

  7. Wanneer een afspraak niet nagekomen kan worden dient dit bij de andere (betrokken) kampleiders gemeld te worden.

  8. Kampleiders weekenden vormen de basis voor landkamp, zakkamp en zeilkamp. Wanneer een kampleider niet aanwezig kan zijn op een kampleidersweekend dient deze zich telefonisch af te melden bij de voorzitter.

  9. Elke nieuwe kampleider dient voor toetreding een VOG te overleggen (betaling gaat via ORKA). Daarnaast wordt elke kampleider persoonlijk geëvalueerd na een kampjaar.

 

C. Omgang tussen kampleiding en deelnemers

  1. Als kampleiding heb je een duidelijke verantwoordelijkheid voor de deelnemers. Hierbij moet rekening gehouden worden dat de gegeven verantwoordelijkheid gepast is aan de leeftijd en capaciteiten van de deelnemers.

  2. Jij bent er voor de deelnemers en niet andersom. Overall taak van de kampleiding is om de deelnemers een fijne kampweek te bezorgen.

  3. Geef een luisterend oor aan deelnemers met problemen.

  4. Je bent geen maatschappelijk werker, dus wees terughoudend met goede adviezen en raadgevingen. Je bent nooit verantwoordelijk voor nazorg. Mocht je twijfelen of dit wel nodig is, overleg en draag dit dan over aan de algemene leiding of kern. Jouw taak is om mensen van hun kampweek te laten genieten. De andere kampleiders kunnen je helpen als je hier niet uitkomt.

  5. Ga nooit een relatie aan met een deelnemer. Als je verliefd wordt, hou leeftijdsverschil in acht en ga nooit speciale contacten aan tijdens of na kamp.

  6. Vertrouwelijke informatie dient vertrouwelijk te blijven. Als je iets hebt gehoord dat van algemeen belang is, overleg dan met de kern, dagco of algemene leiding.

  7. In het uiterste geval, als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput, maar alleen na herhaaldelijk overleg met de algemene leiding kunnen deelnemers door de algemene leiding naar huis worden gestuurd.

  8. Behandel de deelnemers als unieke mensen met unieke mogelijkheden.

 

D. Omgang met het milieu

  1. Laat geen troep achter in de natuur. Neem lege flesjes en blikjes en ander afval mee naar het kampterrein en gooi het in de (correcte) vuilnisbak weg.

  2. Houd rekening met dieren in de omgeving.

  3. Houd je aan de regels die door de eigenaar van de terreinen die je gebruikt zijn gesteld.

  4. Gebruik in de natuur wegen en paden. Overleg met de terreineigenaar over gebruik van een eigen terrein voor een bos- of terreinspel.

  5. Wees zorgvuldig met afval. Ruim - waar dat zin heeft - gescheiden op.

  6. Wees voorzichtig met vuur. In een brandgevaarlijke omgeving is vuur, dus ook roken, verboden.

  7. Neem op trektochten door de natuur geen radio’s mee en zie er op toe dat de rust en stilte niet (teveel) verstoord wordt.

​

E. Omgang met voeding en genotsmiddelen

  1. Zorg voor een verantwoorde voeding, daarbij behoort een warme maaltijd per dag.

  2. Houd rekening met vegetariërs, en met eventuele andere voedingsgewoonten. Ga voor het kamp na of er deelnemers zijn met dieetvoorschriften en neem bij onduidelijkheden contact met hen op.

  3. Zorg zeker in kinderkampen voor een “gewone Hollandse pot” en leef je niet uit in je eigen hobby’s.

  4. Besteed aandacht aan iets lekkers, zeker als het stroef gaat in de groep of als het lang slecht weer is.

  5. Op landkamp zijn energie dranken verboden onder de deelnemers. Op ZAKamp wordt de mate van het drinken van energie dranken beperkt.

  6. Op landkamp is roken onder de deelnemers streng verboden. Op ZAKamp en Zeilkamp dient roken zeker niet gestimuleerd te worden.

  7. Deelnemers beneden de 18 jaar mogen geen alcohol kopen of drinken.

  8. Gebruik van sterke drank dient uiterst gematigd te zijn op zeilkamp. Op Landkamp en ZAKamp is dit verboden.

  9. Gebruik van soft en hard drugs is zeer zeker verboden.

  10. Kampleiding mag niet in het zicht van kampkinderen roken en/of alcohol nuttigen.

  11. Als kampleider ben je verantwoordelijk. Ga daarom verantwoordelijk met het drinken van alcohol en roken om. Sta daarbij open voor reacties van de andere kampleiding op jou rook en/of drinkgedrag. De dagco blijft altijd geheel nuchter of zorgt dat iemand anders zijn/haar taak van hem/haar overneemt.

 

F. Omgaan met seksualiteit

  1. De regel is dat op Landkamp en ZAKamp niet gemengd wordt geslapen.

  2. Op zeilkamp met deelnemers van minimaal 18 jaar is dit toegestaan.

  3. Mocht in goed, open en zorgvuldig overleg met de deelnemers van deze regel worden afgeweken, dan kan dat alleen als iedereen het zonder dwang met een oplossing eens is, en het geheel geen afbreuk doet aan het groepskarakter van kamp.

 

G. Omgaan met veiligheid

  1. Als kampleiding ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van de deelnemers. Dit houdt in dat jouw gezondheidstoestand geen risico’s mag meebrengen voor de gezondheid of veiligheid van de deelnemers of de andere begeleiders.

  2. Zwemmen in zee blijft gevaarlijk. Stelregels:

a. alleen zwemmen bij opkomend water

b. niet verder dan tot je borst in zee

c. er wordt niet gezwommen zonder kampleiding, tenzij er anderszins officieel toezicht is.

  3. Controleer voordat je gaat zwemmen of kinderen een zwemdiploma hebben (kan bij opgave)

  4. Als je gaat fietsen met een groep: Bekijk van tevoren de route op gevaarlijke punten, spreek een signaal af om te stoppen. Laat een kampleiding  voor en achteraan fietsen en fiets in kleine groepen. Volg altijd de verkeersregels mits mogelijk.

  5. Als je auto rijdt met deelnemers, let dan op regels als autogordels, kinderen onder 12 jaar niet voorin, etc. Neem de maximale snelheid in acht! Alcoholgebruik is daarbij uit den boze. Dat betekent dat er altijd een nuchtere kampleider (vaak dagco) met rijbewijs dient te zijn. Heeft de dagco geen rijbewijs dan moet iemand anders met rijbewijs ook nuchter blijven. Houd hier rekening mee!

  6. Regel vooraf wie de EHBO verzorgt, ehbo diploma verplicht. De kampleiding is verantwoordelijk voor aanwezigheid van materiaal en de uitgifte van pijnstillers of andere medicatie. Bij ongeval of ziekte geen risico nemen, en niet aarzelen een dokter te raadplegen. Medicatie van te voren met ouders doorspreken, kinderen jonger dan 14 jaar geven medicatie af bij aanvang van het kamp.

  7. Zorg dat kinderen tijdens de excursie de kampleiding ten allen tijde kunnen vinden. Geef ze een armbandje of papiertje mee met het telefoonnummer van de kampleiding.

bottom of page